U moet werknemers minstens het minimumuurloon betalen. Bekijk hier de bedragen en de regels voor het minimumloon.
U moet uw werknemers vanaf 21 jaar minstens het wettelijk minimumuurloon betalen. Voor jongere werknemers van 15 tot en met 20 jaar geldt het minimumjeugduurloon. Betaalt u minder dan het minimumuurloon (onderbetaling), dan kunt u een boete krijgen.
Ook bij stukloon en meerwerk betaalt u altijd minstens het minimumuurloon. Voor werknemers van 13 en 14 jaar bestaat geen minimumjeugdloon. U spreekt dan samen af hoe hoog het loon is.
De bedragen van het minimumloon en minimumjeugdloon
Bekijk de bruto bedragen van het minimumloon en het minimumjeugdloon. De hoogte van het bruto minimumloon voor uw werknemer hangt af van het aantal uur dat uw medewerker werkt. Werkt uw werknemer parttime? Dan is het minimumloon evenredig lager.
Het minimumloon en het minimumjeugdloon worden elk half jaar (op 1 januari en 1 juli) aangepast. U moet vanaf deze datums het salaris aanpassen van uw werknemer.
Bedragen minimumuurloon en minimumjeugduurloon
Voor werknemers van 21 jaar en ouder geldt een vast minimumloon per uur: € 13,27 bruto per 1 januari 2024. Ieder half jaar op 1 januari en op 1 juli wordt dat bedrag aangepast (geïndexeerd).
Voor werknemers onder 21 jaar is het minimumjeugdloon per uur voor iedere leeftijd anders. Bekijk de bruto bedragen van het minimumjeugduurloon voor werknemers van 15 t/m 20 jaar. Er zijn geen vaste minimum maandlonen, weeklonen en daglonen meer.
Voor mbo'ers die voor u werken via de beroepsbegeleide leerweg (bbl) geldt een minimumuurloon bbl-opleiding. Bekijk de bruto bedragen van het minimumloon bbl-opleiding.
Bekijk de bedragen van het minimumloon en het minimumjeugdloon in de jaren voor 2024.
Minimumuurloon elk half jaar aangepast
Het minimumuurloon en het minimumjeugduurloon worden elk half jaar op 1 januari en 1 juli aangepast (geïndexeerd). U moet dan het salaris van uw werknemers opnieuw berekenen en veranderen. Bekijk in Kennisdocument wettelijk minimumuurloon 2024 hoe u het loon van uw werknemers berekent met een wettelijk minimumuurloon. Bijvoorbeeld per week, maand, over een 4-wekelijkse periode of in een periode dat uw werknemer 21 wordt.
Wat is het verschil tussen bruto en netto loon?
Het verschil tussen bruto loon en netto loon is de loonheffing:
- Het bruto loon is het loon dat is afgesproken in het arbeidscontract of in de cao. Het bruto loon is in ieder geval het wettelijke mimimumloon.
- Het netto loon is het loon dat overblijft nadat u de belastingen en premies heeft ingehouden. Het is het bedrag dat uw werknemer op zijn bankrekening ontvangt.
U moet het bruto loon en het netto loon op de loonstrook (salarisstrook, loonspecificatie) zetten en aan uw werknemer geven.
Kosten inhouden op loon (loonheffingen)
U moet belasting en premies inhouden op het bruto loon (loonheffingen). Dit zijn wettelijke verplichte bedragen. Uw werknemer betaalt hier zelf aan mee. De loonheffing bestaat uit:
- inkomstenbelasting
- verzekeringspremies (zoals de AOW en de WW)
Heeft u een werknemer met schulden? Als een gerechtsdeurwaarder beslag heeft gelegd op het loon van uw werknemer (loonbeslag) dan moet u meewerken. U betaalt dan het deel van het loon aan de deurwaarder.
U mag niet zomaar andere kosten inhouden op het minimumloon. Onder bepaalde voorwaarden mag u wel kosten voor huur en zorgverzekering inhouden. Uw werknemer moet hiervoor schriftelijk toestemming geven.
Voor een werknemer met een arbeidsbeperking mag u meer kosten inhouden. Bijvoorbeeld kosten voor gas, water en elektra. Ook hiervoor moet uw werknemer schriftelijk toestemming geven.
Minimumloon via bank betalen
U moet het minimumloon altijd via de bank betalen. Zo is er altijd duidelijk bewijs dat u het loon heeft uitbetaald aan uw werknemer. Krijgt uw werknemer meer dan het minimumloon? Dan mag u het bedrag boven het minimumloon op een andere manier betalen. Dat geldt ook voor de vakantiebijslag. U kunt dat bedrag bijvoorbeeld contant betalen, of in vakantiebonnen.
Voor welke werknemers geldt het minimumuurloon?
Het minimumuurloon geldt voor:
- vast en tijdelijk personeel
- oproepkrachten
- payrollers
- uitzendkrachten
- buitenlands personeel
- personeel van aannemers of onderaannemers
- werkenden met een overeenkomst van opdracht (ovo) of een andere overeenkomst